Het postpoliosyndroom (PPS) is de meest voorkomende spierziekte en komt bij 60 op de 100.000 mensen voor. Een deel van de mensen die ooit polio heeft gehad, krijgt PPS. Zij krijgen vijftien tot veertig jaar nadat ze polio hebben gehad, ineens last van (ernstige) restverschijnselen. De spierkracht en het uithoudingsvermogen worden steeds minder, tot er soms ook problemen ontstaan met de ademhaling en slikken. Ook treedt gewrichtspijn en ernstige vermoeidheid op. De symptomen beginnen meestal in de spieren die door polio waren aangedaan.
PPS is niet erfelijk. Polio is immers een virusinfectie