Wanneer heb ik recht op een traplift?

Wanneer heb ik recht op een traplift?

Inmiddels wonen steeds meer ouderen in Nederland thuis, zo’n 94%. Met name in de groep 85-plussers neemt het aantal mensen dat thuis woont steeds verder toe. Dit wordt ook gestimuleerd door de overheid, die graag ziet dat ouderen steeds langer thuis wonen. Dit vraagt echter ook om de nodige aanpassingen, zowel op het gebied van zorg als op het gebied van aanpassingen in huis.

Zo hebben bijvoorbeeld veel ouderen die langer thuis blijven wonen een traplift nodig. Wanneer heb je in een dergelijke situatie recht op een vergoeding? Vergoedingen kunnen verstrekt worden via de Wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO), en vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Dergelijke vergoedingen zijn echter wel afhankelijk van de aard en de zwaarte van de zorg die er nodig is.

Eerst onderzoek vanuit gemeente

De WMO is in het leven geroepen om ouderen of mensen met een beperking langer zelfstandig thuis te laten wonen. De gemeente doet eerst onderzoek welke ondersteuning er nodig is. Dit betekent dat ze eerst gaat kijken naar de situatie en het hele plaatje in kaart brengen. Pas daarna wordt gekeken naar welke voorzieningen de eventuele beperkingen kunnen compenseren.

Er zijn er twee mogelijkheden, namelijk een maatwerkvoorziening of een algemene voorziening. Een maatwerkvoorziening is in afstemming op de persoonlijke situatie, zoals een aanpassing aan het huis. Medische hulp valt hier niet onder. Een algemene voorziening staat open voor iedereen en kan uit een dienst bestaan. Te denken valt aan een boodschappendienst of maaltijdvoorziening.

Keukentafelgesprek

Als je in aanmerking wilt komen voor WMO en dus ook voor een eventuele vergoeding verschilt deze aanvraag per gemeente. Je moet een melding doen van een beperking waarin je gecompenseerd wilt worden, waarna de gemeente langs komt om te kijken wat er nog mogelijk is thuis en wat niet. Dit heet ook wel een ‘keukentafelgesprek’. Over het algemeen duurt een WMO aanvraag rond de acht weken.

De meeste gemeentes eisen voor een voorziening een eigen bijdrage van de aanvrager. Bij het toekennen van trapliften wordt er een economische restduur bepaald. Vervolgens wordt er aan de hand hiervan een afschrijfbedrag van de traplift berekend. Daarna wordt daar een eigen bijdrage voor vastgesteld. Deze eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen.

Zelf aanschaffen

Soms is de eigen bijdrage zo hoog dat het slimmer is om zelf een traplift te huren of een (tweedehands) traplift te kopen. Door de aanscherping van de WMO en de Persoonsgebonden budget (PGB) regelgeving in 2015 worden er tegenwoordig minder traplift vergoedingen uitgekeerd door de gemeente. Soms kan een uitspraak maanden duren, terwijl de urgentie groot is. Dan kan het zinvol zijn een eigen traplift aan te schaffen, waarbij een tweedehands traplift zeker tot de mogelijkheden behoort.

 

– Partnercontent –

Delen:  
Blijf op de hoogte met onze wekelijkse nieuwsbrief