Plassen, urineverlies na plassen

  • #1

    Hallo ik heb eens een vraagje.

    Ik heb al een tijdje dat ik als ik geplast heb dat er nadien als ik ga zitten op een stoel of waar dan ook dat ik nog een scheut urine verlies, hoe goed ik ook klaarplas het blijft voordoen. Enig idee wat het is?

    Reageer
    #2

    Uw klacht valt onder de 'prostatisme' klachten. Deze klachten kunnen worden veroorzaakt door een vergrote prostaat. Dit kan benigne en maligne zijn. Consulteer uw huisarts. Waarschijnlijk volgt een rectaal toucher en een PSA onderzoek.

    Reageer
    #3

    Zodra mannen 40 jaar worden, begint de prostaat (klier) te vergroten. Voor sommige mannen geeft dit geen problemen, voor anderen geeft het klachten net zoals er een kink in een tuinslang zit en veroorzaakt dus problemen met het uitplassen van de urine.

    Mogelijke symptomen van prostatisme zijn: moeilijk plassen, een zwakke en onregelmatige stroom, vaak behoefte `s nachts te urineren, aandrang houden na het plassen, het gevoel dat de blaas niet leeg is na het plassen en nadruppelen in de onderbroek.

    Mannen met een vergrote prostaat kunnen last hebben van sommige of van al deze symptomen.

    Geschat wordt dat een op de vier mannen van rond de 50 en een op de twee mannen boven de 60 last hebben en zullen krijgen van prostatisme. De oorzaak van een vergroting van de prostaat is niet altijd duidelijk.

    Prostaatproblemen moeten door een arts worden beoordeeld. In het geval van een ernstige oorzaak (kanker?) zijn er vele therapieen, zeker als u er op tijd bij bent.

    Er volgt een rectaal onderzoek en een bloedonderzoek.

    Reageer
    #4

    Benigne prostaathyperplasie, Benigne prostaathypertrofie of BPH is een goedaardige vergroting van de prostaat door vermeerdering van cellen, en het aanspannen van het glad spierweefsel van de prostaat. Deze 2 componenten van BPH dragen er toe bij dat het plassen moeizaam gaat. De aanduiding BPH geeft aan dat er bepaalde specifieke histologische veranderingen te zien zijn. De patiënten hebben last van LUTS (Lower urinary tract symptoms), dat wil zeggen bepaalde klachten met betrekking tot het plassen.
    BPH wordt vaak als synoniem voor “plasproblemen bij oudere mannen” gebruikt. Maar bij de plasproblematiek spelen meer zaken een rol: de klinische symptomen heten LUTS, de voelbare vergroting van de prostaat staat bekend als BPE (benign prostate enlargment) en een afgesloten urineblaas heet BOO (bladder outlet obstruction). Men heeft daarom voorgesteld het ziektebeeld “plasproblemen bij oudere mannen”, waarbij LUTS, BPE en BOO in meerdere of mindere mate een rol, spelen Benigne Prostaat-Syndroom (BPS) te noemen.
    De aandoening komt voornamelijk bij mannen van middelbare en gevorderde leeftijd voor. Tussen de 60-69 jaar heeft zo’n 10-20% er last van, en in de leeftijd van 70-79 jaar stijgt dit naar zo’n 25-35%. Boven de 80 heeft ongeveer de helft van de mannen BPH.
    Klachten passend bij dit beeld zijn, moeilijk op gang komen bij het plassen, slappe straal, vaak moeten plassen, niet helemaal leeg kunnen plassen, na het plassen opeens nog een keer moeten en er 's nachts vaak uit moeten om te plassen. Door druk van de vergrote prostaat op de blaas kunnen bloedvaatjes knappen waardoor bloed in de urine kan komen. Het niet goed kunnen legen van de blaas kan aanleiding geven tot het ontwikkelen van herhaald optredende urineweginfecties.
    Over het ontstaan van BPH is nog veel niet bekend. Wel bekend is, dat met het toenemen van de leeftijd hormonale veranderingen en veranderingen van groeifactoren een rol spelen bij de groei van bepaalde cellen van de prostaat. Maar welke hoeveelheden hormonen en groeifactoren verband zouden houden met het ontwikkelen van BPH zijn niet bekend. Hormonen kunnen beïnvloed worden door wat we eten, ook de mate waarin de spiertjes (gladspierweefsel) van de prostaat de urinebuis dicht knijpen is enigszins beïnvloedbaar door voeding. Er is echter weinig goed onderzoek gedaan naar de rol van specifieke voedingsmiddelen bij het ontstaan van BPH. Onderzoek naar de rol die sport/activiteit, lifestyle factoren en andere aandoeningen spelen bij het ontstaan van BPH heeft weinig opgeleverd.
    Bij klachten zoals omschreven bij Symptomen zal de huisarts over het algemeen een rectaal onderzoek doen om de vorm, grootte en consistentie van de prostaat te bepalen, en een PSA bepaling in bloed aanvragen om uit te sluiten dat het om prostaatkanker zou kunnen gaan. Bij jongere mannen wordt een PSA test meestal niet gedaan, omdat het risico op prostaatkanker bij hen lager is.

    Reageer
    #5

    Prostaatkanker is een vorm van kanker die in de prostaat begint. Signalen van prostaatkanker kunnen dezelfde zijn als die van een benigne prostaathypertrofie (vergrote prostaat), onder andere een verzwakte straal tijdens het urineren, 's nachts frequenter moeten plassen en onvermogen de urine lang op te houden.
    Symptomen: bovenstaande symptomen zoals die bij benigne prostaatvergroting voorkomen; dikke benen door oedeemvorming (zeer laat symptoom); bloed in de urine; bloed in het sperma
    NB de aanwezigheid van bloed in urine of sperma kan ook andere oorzaken dan prostaatkanker hebben. De meeste mannen met prostaatkanker vertonen ten tijde van de diagnose geen symptomen.
    Over de oorzaken van prostaatkanker is nog niet veel bekend. Hoge leeftijd; is de primaire risicofactor voor het ontstaan van prostaatkanker, 80% van de gevallen en 90% van de sterfte komen voor rekening van mannen ouder dan 65 jaar. Bij 80-jarigen die aan een andere oorzaak overlijden blijkt een groot deel (tientallen procenten) prostaatkanker te hebben, zonder symptomen.
    Geografische verschillen; in West-Europa en de Verenigde Staten komt het naar verhouding meer voor, vermoedelijk houdt dit verband met ras, voeding en omgevingsfactoren.
    Komt relatief vaker voor bij zwarte Amerikanen.
    Erfelijke factoren; het komt vaker voor bij mannen met een vader of zoon die prostaatkanker hebben.

    Bij het stellen van de diagnose wordt er gebruik gemaakt van verschillende onderzoeken waarbij het lichamelijke onderzoek en met name het rectaal toucher meestal het eerst plaatsvindt. Door het aftasten van het oppervlak van de prostaat, door middel van de wijsvinger in de anus, kan een specialist vaak al voelen of er sprake is van een mogelijke maligniteit (kwaadaardige tumor).

    Tevens wordt gebruikt gemaakt van een bloedtest waarbij het Prostaat-specifiek antigeen (PSA) bepaald wordt. Een verhoogd PSA kan een aanwijzing vormen voor prostaatkanker, maar ook voor benigne prostaathypertrofie (vergrote prostaat) of prostatitis (ontsteking van de prostaat). Tegenwoordig wordt prostaatkanker vaak ontdekt als er nog geen symptomen zijn, door middel van screening met de PSA test. Het is echter nog niet bewezen dat de PSA test sterfte ten gevolge van prostaatkanker voorkomt. In Rotterdam is daarom in 1994 een bevolkingsonderzoek gestart, waarvan de resultaten in 2008 worden verwacht.

    Bij gerezen verdenking, door een verhoogd of met name ook een snel stijgend PSA of een afwijkend lichamelijk onderzoek,kan men een biopsie uitvoeren. Een transrectale echografie van de prostaat kan soms prostaatkanker aan het licht brengen, maar is vooral nuttig om langs deze weg biopsien van de prostaat te nemen. Een patholoog kan dan vasstellen of zich in de weggenomen stukjes weefsel kankercellen bevinden.

    Andere factoren die van belang zijn bij het stellen van de diagnose zijn; het al dan niet voorkomen van prostaatkanker in de familie, leeftijd en etnische afkomst omdat ook die een voorspellende waarde hebben voor het prostaatkanker risico en agressiviteit van de kanker.

    Indien nog geen (nieuwe) biopsie voorhanden is, kan men een inschatting maken van het prostaatkanker-risico met behulp van een programma

    Bij mannen op vergevorderde leeftijd die aan heel andere oorzaken overleden zijn is bij autopsie in een groot percentage (40-50% rond het 80e levensjaar) prostaatkanker aantoonbaar. Deze groeide echter zo langzaam dat deze mannen dat nooit geweten hebben. In deze zin komt prostaatkanker veel voor. Bij jonge patiënten is de tumor echter beduidend agressiever.

    Door een gebrek aan klinische onderzoeken kan men niet eenvoudig aangeven welke behandeling het beste is. Voorlichting door de specialist aan de patiënt is belangrijk, zodat zij er samen uit kunnen komen welke behandeling in een specifiek geval het beste resultaat oplevert.

    Bij prostaatkanker worden de volgende behandelingen toegepast: Oplettend afwachten ("watchful waiting"), eigenlijk dus het niet behandelen, is een optie voor mannen waarvan men verwacht dat de kanker de komende jaren nog geen problemen geeft, of voor oudere mannen. Het ziekteproces wordt gevolgd door regelmatig een rectaal toucher, PSA-test en biopsie uit te voeren. Afhankelijk van die uitkomsten, kan men in een later stadium, in overleg met de patiënt alsnog besluiten tot behandeling over te gaan.
    Mogelijke voordelen: geen bijwerkingen; de meeste mannen met een minder agressieve vorm hebben aanvankelijk geen behandeling nodig, en overleven nog gedurende tenminste 10 jaar.
    Mogelijke nadelen: de kanker is niet verwijderd, en het risico bestaat dat deze later onbehandelbaar is; de kwaliteit van leven kan verminderen door pijn; angst door het idee met een onbehandelde kanker te leven.

    Radicale prostatectomie, een operatie (chirurgie) waarbij de prostaat, zaadblaasje en soms lymfklieren worden verwijderd. In sommige ziekenhuizen kan dat laparoscopisch of via een "da Vinci"-robot. Het betreft een technisch moeilijke operatie.
    Mogelijke voordelen: soms is de kanker volledig geëlimineerd; de operatie wordt meestal goed verdragen. Een studie heeft aangetoond dat door deze operatie de sterfte aan prostaatkanker geringer is, vergeleken met "watchful waiting".
    Mogelijke nadelen: algemene, aan een grote operatie verbonden risico's als sterfte, hartproblemen, bloedingsrisico; de kanker is niet altijd volledig verwijderd; urine-incontinentie; blaas- en darmproblemen; erectiestoornissen.

    Uitwendige bestraling (radiotherapie) meerdere doses verdeeld over enkele weken.
    Mogelijke voordelen: soms is de kanker volledig geëlimineerd; over het algemeen goed verdragen; vermijding van de operatie risico's.
    Mogelijke nadelen: de prostaat is niet verwijderd en de kanker is misschien niet volledig onschadelijk gemaakt; gedurende 5-8 weken regelmatig naar het ziekenhuis moeten komen; chronische darmontsteking (proctitis), diarree, incontinentie, erectiestoornis, problemen met de blaas/plassen. De operatie dient niet te worden uitgevoerd bij mannen met een chronische darmontsteking (Ziekte van Crohn, colitis ulcerosa).

    Inwendige bestraling (brachytherapie een vorm van radiotherapie) waarbij naaldjes met daarin radioactieve bolletjes in de prostaat wordt ingebracht. Onder algehele narcose of met ruggenprik. Soms in combinatie met uitwendige bestraling of hormoontherapie.
    Mogelijke voordelen: soms is de kanker volledig geëlimineerd; over het algemeen goed verdragen; vermijding van de operatie risico's; eenmalig bezoek aan ziekenhuis.
    Mogelijke nadelen: de prostaat is niet verwijderd en de kanker is misschien niet volledig onschadelijk gemaakt; misschien minder geschikt voor een grote prostaat of meer agressieve tumoren; urine retentie, incontinentie, impotentie, blaasontsteking; ontsteking van de urineleider; chronische darmontsteking (proctitis).

    Hormonale behandeling (hormoontherapie). Via de mond in te nemen of te injecteren geneesmidel die de werking van androgenen (hormonen die vermannelijking veroorzaken: testosteron en aanverwante) blokkeren. Soms ook wel aangeduid met de term "chemische castratie". Een alternatief hiervoor is het operatief verwijderen van de zaadballen. De chemische castratie is reversibel, de chirurgische niet. Veel gebruikte middelen zijn de antiandrogen flutamide (Prostatil, Eulexin, Drogenil), bicalutamide (Casodex) en nilutamide (Anandron) in tabletvorm, en de LHRH-agonist gosereline (Zoladex), implantatiestaafje onder de huid gedurende 1 of 3 maanden werkzaam.
    Mogelijke voordelen: vermijding van de aan prostatectomie en bestraling verbonden risico's; leidt meestal tot een verlaging van de PSA waarde en vertraagt de voortgang van de kanker.
    Mogelijke nadelen: de prostaat is niet verwijderd en de kanker is misschien niet volledig onschadelijk gemaakt; borstvorming als bij de vrouw, impotentie, diarree, osteoporose (botonkalking), verminderd libido, opvliegers, stemmingsstoornisen moeheid.

    Na zo'n 12-18 maanden wordt de kanker minder gevoelig voor de hormonale behandeling. Men zal dan een alternatieve behandeling kiezen, bijvoorbeeld als de PSA sterk stijgt of er pijnklachten optreden.

    Cryochirurgie, het vernietigen van de kwaadaardige cellen door het snel bevriezen en ontdooien van het weefsel. Via het rectum worden snel bevriezende en ontdooiende gassen op de te behandelen plaats gebracht. N.B. Deze ingreep wordt (in Nederland) vrijwel alleen in het kader van medisch onderzoek uitgevoerd.
    Chemotherapie wordt meestal gebruikt indien de kanker is uitgezaaid. Meestal gebruikt men docetaxel (Taxotere). De meest voorkomende bijwerkingen zijn: afname van het aantal rode- en witte bloedcellen, haaruitval (tijdelijk), misselijkheid, braken, zweren in de mond, diarree en vermoeidheid. Tegenwoordig zijn er ook aanwijzingen dat chemotherapie een bruikbaar is voor patiënten waarbij de hormonale behandeling niet meer effectief is, een optie is.
    Bifosfonaten zoals clodronaat (Ostac) en zoledronaat (Zometa) kunnen worden ingezet voor de behandeling van botpijnen. Een beruchte complicatie, die vooral optreedt als de hormonale behandeling niet meer effectief is of er uitzaaiingen zijn.

    Bij een aantal mannen is een combinatie van deze behandelmethoden nodig.

    Abiraterone is een nieuw middel voor de behandeling van ernstige vormen (therapie-resistent) van prostaatkanker. De resultaten van een weliswaar klein onderzoek waren goed. Het effect van het middel bestond voornamelijk uit een verlaging van de PSA-concentratie en vermindering van de botpijn. Het middel zal echter waarschijnlijk pas in 2011 op grote schaal gebruikt kunnen worden.

    Reageer
    #6

    Ik heb hier ook vaak last van (maar heb geen problemen met op gang komen van plassen of extreem vaak moeten plassen).
    Gekke alleen is dat ik niet vergevorderde leeftijd heb, maar slechts 20 jaar oud ben.
    Kan het ook ergens anders mee te maken hebben?

    Reageer
    #7

    Als je de kringspieren moeilijk kunt ontspannen (onwillekeurige zenuwstelsel) door spanning bijvoorbeeld, kun je inderdaad deze klachten hebben.

    Reageer
    #8

    hoe is dit dan op te lossen? ik ben ook 20 jaar en verlies na het plassen bij het zitten en/of rechtstaan en dergelijke vaak nog verschillende druppels.

    Reageer
    Bereken hier je BMI

    De Body Mass Index (BMI) geeft uw gezondheidsrisico weer o.b.v. uw lichaamsgewicht en lengte. Vul het in en ontvang direct per mail de uitslag met het bijbehorende gezondheidsadvies

    cm
    KG
    #9

    Dat is toch normaal?!

    Reageer
    #10

    Jongens kunnen een beetje in de piemel knijpen en de laatste druppeltjes er zacht uitdrukken, of een beetje heen en weer slaan of afkloppen. Verder is er niet veel aan te doen, maar dat is ook echt niet nodig want het is inderdaad geen afwijking.

    Reageer
    #11

    Dat heeft iedereen wel. Wat ik doe is even de voorhuid 'n paar keer op en neer en wat knijpen. En evt. nog deppen met een toiletpapiertje en dan is het probleem verholpen.
    Tenzij je na het plassen nog best veel verliest dan is het geen nadruppelen meer maar iets anders.

    Reageer
    #12

    Zo doe ik het ook, geen probleem, misschien af en toe een druppeltje maar daar stoor ik mij niet aan en dat lijkt me ook echt geen afwijking.

    Reageer
Reageer op: Plassen, urineverlies na plassen


<a href="" title="" rel="" target=""> <blockquote cite=""> <code> <pre class=""> <em> <strong> <del datetime="" cite=""> <ins datetime="" cite=""> <ul> <ol start=""> <li> <img src="" border="" alt="" height="" width="">

Upload bijlagen

Maximaal toegestane bestandsgrootte is 1 MB



Voeg nog een bestand toe

Blijf op de hoogte met onze wekelijkse nieuwsbrief