Met trombose valt prima te leven. Onderstaand een aantal voorzorgsmaatregelen en handige tips voor trombosepatiënten:
Medische ID
Weet iedereen in je omgeving dat je trombosepatiënt bent? Vertel zoveel mogelijk mensen – familie, vrienden, collega’s – waar je regelmatig tijd mee doorbrengt, over je antistollingsbehandeling. Door het gebruik van antistollingsmiddelen ben je namelijk iets gevoeliger voor bloedingen, en is direct optreden bij een bloeding noodzakelijk. Je weet maar nooit.
> Tip | Draag een SOS Talisman of zet medische aandoeningen en medicijn- en antistollingsmiddelengebruik in de medische ID in je telefoon. Zo zien ook hulpverleners – in geval van nood – direct dat je antistollingsmiddelen gebruikt. Wel zo veilig.
Extra medicijnen
Slik je antistollingsmiddelen en schrijft je (huis)arts je extra – of andere – geneesmiddelen voor? Vertel dan dat je antistollingsmiddelen slikt en geef de (werkzame stof)naam van de nieuwe medicijnen altijd even aan je (online) trombosedienst door.
Veel geneesmiddelen kunnen namelijk de werking van je antistollingsmiddelen beïnvloeden, ook middelen die je zonder recept kunt krijgen. Denk aan:
- Voedingssupplementen.
- Vitaminepreparaten.
- Anticonceptiemiddelen.
- Hoestdranken.
- Pijnstillers.
- Neusdruppels.
- Zalfjes.
- Crèmes.
> Tip | Check altijd de bijsluiter en geef gebruik van extra geneesmiddelen – hoe ogenschijnlijk onbelangrijk ook – altijd even door aan je trombosedienst.
Tandarts- & ziekenhuisbezoek
Als je antistollingsmiddelen gebruikt, duurt het langer voordat het bloed stolt. Daardoor heb je een iets grotere kans op een bloeding. Moet je binnenkort naar de tandarts of het ziekenhuis voor een ingreep waar bloed bij vrijkomt? Vertel behandelend (tand)arts dan dat je bloedverdunners slikt, zodat jullie even kunnen overleggen of er aanvullende maatregelen nodig zijn.
Wat moet je precies doen als je weet dat je binnenkort een tandheelkundige/operatieve ingreep moet ondergaan?
- Meld de ingreep voortijdig bij je trombosedienst*.
- Vertel de (tand)arts voor de behandeling dat je antistollingsmiddelen slikt.
- Volg de instructies van je trombosedienst en/of (tand)arts.
- Krijg je extra medicatie of een mondspoeling? Geef ook dat direct aan je trombosedienst door.
En is de ingreep onverwacht? Meld die dan alsnog a.s.a.p. bij je trombosedienst. Het kan namelijk zijn dat je antistollingsbehandeling moet worden aangepast, of gestopt.
Vaccinaties & inentingen
Als je antistollingsmiddelen gebruikt, dan moeten injecties onderhuids (subcutaan ofwel: vlak onder de huid) worden toegediend. Niet elke zorgverlener of praktijkondersteuner is daarvan op de hoogte. Dus ga je voor de griepprik? Of haal je een vaccinatie bij de GGD omdat je gaat reizen? Geef even aan dat-ie subcutaan kan worden gezet. Je hoeft dan verder geen actie te ondernemen m.b.t. je antistollingsbehandeling. Wel zo handig, toch?
P.S. Bij een aantal injecties is een intramusculaire injectie (ofwel: een injectie in de spier) écht noodzakelijk. Neem dan wel eerst even contact op met je trombosedienst. Dan passen zij – indien nodig – je doseerschema tijdelijk aan.
Vakantie & reizen
Als je van leefomgeving verandert, verandert vaak ook je manier van leven. Iedereen, maar vooral trombosepatiënten zijn gebaat bij een gezonde, regelmatige levensstijl. Elke verandering in leefgewoonten kan namelijk van invloed zijn op de antistollingswaarde van je bloed. Slik je cumarines, dan kan het zijn dat je dosering tijdelijk moet worden aangepast om je INR-waarde binnen je streefwaarden te houden.
Welke plotselinge veranderingen kunnen een instabiele INR-waarde veroorzaken?
- Reizen & vakantie (ander dagritme, eten en/of temperatuur).
- Een ander voedingspatroon (bijvoorbeeld bij het volgen van een dieet).
- Een ander bewegingspatroon (plotseling meer of minder sporten/bewegen).
- Vaccinaties.
- Ziekte (bijv. koorts, diarree en griep).
Ga je in de winter de hele week aan de stamppotten boerenkool, andijvie en spruitjes? Dikke kans dat er dan wel variabelen zijn 😉 Veel wintergroenten en koolsoorten bevatten namelijk meer vitamine K, en die is weer van invloed op de stolling van je bloed. Wees gerust, bij een normaal, gezond voedingspatroon is er genoeg variatie.
Leefstijl
Wat kun je verder doen om schommelingen van je stollingswaarde te beperken?
✓ Stress beperken
✓ Niet roken
✓ Gezond, gevarieerd en matig eten
✓ Zorg voor voldoende lichaamsbeweging
✓ Gebruik je antistollingsmedicatie volgens voorschrift
✓ Meet je INR-waarde regelmatig, volgens de instructies van uw trombosedienst*
*Bij gebruik van VKA’s (ook wel cumarines of vitamine K-antagonisten genoemd).
Meer informatie over leven met trombose vind je op www.trombosezelfzorg.nl.